14-01-2009 Versoepeling boetebeleid Belastingdienst
De Staatssecretaris van Financiën heeft een nieuwe versie van het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst vastgesteld. Het gaat om een volledige herziening van het fiscale boetebeleid van de Belastingdienst, in verband met versoepeling, vereenvoudiging en modernisering. Het besluit is op 1 januari 2009 in werking getreden.
Het Beleidsbesluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst geeft aan of, en zo ja in welke gevallen de Belastingdienst een verzuim- of een vergrijpboete oplegt. De belangrijkste versoepeling in het beleidsbesluit betreft de coulanceperiode van zeven dagen. Coulanceperiode Een bedrijf dat te laat is met de aangifte loon-of omzetbelasting, maar deze alsnog binnen zeven dagen na afloop van de wettelijke aangiftetermijn indient, krijgt geen verzuimboete meer. Voorwaarde is dat het bedrijf de voorgaande keer wel op tijd heeft betaald. Betalingsverzuim Hetzelfde geldt als de verschuldigde loon-of omzetbelasting te laat is afgedragen. Wordt de verschuldigde belasting uiterlijk betaald binnen zeven dagen na afloop van de wettelijke betalingstermijn, dan wordt geen verzuimboete opgelegd. Ook hier geldt de voorwaarde dat een bedrijf in het voorafgaande tijdvak of voorgaande tijdstip voor dezelfde belastingsoort niet in verzuim was. Indien ecjter een gedeelte van de verschuldigde belasting binnen zeven dagen wordt betaald en een gedeelte ná die termijn, dan wordt de boete berekend over het gehele bedrag dat te laat is betaald. Geen vergrijpboete In het besluit is ook opgenomen dat het niet (of niet binnen de termijn) doen van een aangifte omzet-of loonbelasting uitsluitend wordt beboet als een verzuim. Er zal in dat geval dus geen vergrijpboete worden opgelegd. Met deze nieuwe versie van het Beleidsbesluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst zijn eerdere besluiten ingetrokken. Bron: Van Aalst Fiscale dienstverlening | |
14-01-2009 Kwijtschelding van gemeentelijke belastingen
Mensen met een laag inkomen zonder vermogen of waardevolle bezittingen kunnen in aanmerking komen voor kwijtschelding van gemeentelijke belastingen. Voor degenen die een zelfstandig beroep uitoefenen, voor ondernemers, bedrijven, verenigingen, stichtingen etc. bestaat echter geen mogelijkheid tot kwijtschelding.
Bij de beoordeling worden normbedragen van de Wet werk en bijstand gehanteerd. Deze normbedragen zijn afhankelijk van de omvang en samenstelling van een huishouden. Kwijtschelding van belastingen is mogelijk voor de onroerende-zaakbelastingen, de hondenbelasting (alleen voor het bedrag voor de eerste hond), de afvalstoffenheffing en het rioolrecht voor eigenaren. Betaalcapaciteit Wat van belang is voor het beoordelen van een kwijtscheldingsverzoek is de zogenaamde betaalcapaciteit. Dit is het bedrag dat iemand overhoudt nadat zijn of haar uitgaven zijn afgetrokken van de netto-inkomsten inclusief vakantiegeld. De inkomsten van huisgenoten -met uitzondering van de inkomsten van inwonende kinderen of ouders- tellen hierbij ook mee. De rijksregeling bepaalt met welke uitgaven rekening mag worden gehouden en tot welke bedragen. Dit zijn de premies eigen bijdrage ziektekostenverzekering en /of de nominale ziektekostenpremies. Verder moeten enkele genormeerde bedragen van de inkomsten afgetrokken worden: het geldende normbedrag voor levensonderhoud op grond van de Wet werk en bijstand, een eventueel restant van huur- of rentelasten en eventueel betaalde alimentatie. Vrijgelaten inkomsten Vrijgelaten worden inkomsten ingevolge de Algemene kinderbijslagwet, het persoonsgebonden budget, de kinderopvangtoeslag en de tegemoetkomingen ingevolge de Wet kinderopvang. Ten slotte worden in de inkomenstoets vrijgelaten de volgende subsidies en premies bedoeld ter stimulering van arbeid. Het betreft: - Een premie in het kader van een voorziening gericht op arbeidsinschakeling: € 2.196 per jaar - Maximaal vrij te laten inkomsten uit arbeid: € 183 per maand - Verstrekte kostenvergoeding wegens het verrichten van vrijwilligerswerk: € 150 per maand, met een maximum van € 1.500 per jaar, indien het werk bijdraagt aan de re-integratie. In alle overige gevallen: € 95 per maand, met een maximum van € 764 per jaar. - Ook wordt in de inkomenstoets de zogenoemde langdurigheidstoeslag vrijgelaten. Huurbedragen Met ingang van 1 juli van elk jaar wijzigen de huurbedragen. Voor de kwijtschelding zijn de volgende bedragen relevant. Minimumbedrag netto huurlasten: Een- en meerpersoonshuishouden € 187,81 Eenpersoonsouderenhuishouden € 185,99 Meerpersoonsouderenhuishouden € 184,18 Maximale huur € 631,73 Bron: VNG, Gemeente Den Haag |